Op kamp bleef mijn washandje ’s nachts altijd onaangeroerd. De exemplaren gevuld met rode matten en zure beertjes waren halverwege de slaapzaal meestal al leeg, maar die van mij moest niemand hebben. Elke avond ondernam ik […]

Op kamp bleef mijn washandje ’s nachts altijd onaangeroerd. De exemplaren gevuld met rode matten en zure beertjes waren halverwege de slaapzaal meestal al leeg, maar die van mij moest niemand hebben. Elke avond ondernam ik […]
Als twintiger was ik ‘de zus van’. Vóór die tijd was ik dat ook al, maar niemand noemde mij zo. Tot mijn broer een groepje begon. Die mannen deden dat niet slecht, ze mochten al […]