De lokroep van het lege washandje

Op kamp bleef mijn washandje ’s nachts altijd onaangeroerd. De exemplaren gevuld met rode matten en zure beertjes waren halverwege de slaapzaal meestal al leeg, maar die van mij moest niemand hebben. Elke avond ondernam ik een nieuwe poging, vulde ik een verse lap met mijn lievelingsdrop en lanceerde ik het badstoffen zakje in het nachtelijk snoeprotatiesysteem. En telkens kwam de hele santenkraam terug. Niemand lustte mijn lievelingen. Thuis werd er nochtans om gevochten, vooral om die dikke dubbele. Maar daar, tussen de stapelbedden van het vakantiekamp, werd ik keer op keer afgewezen, samen met mijn snoep. Ik wist dat ik me populair kon maken met colaflesjes en zure hosties, misschien wel net zo populair als die felle met haar toverballen. Maar toch bleef ik veelkleurige dropjes in mijn washand proppen. Nooit opgeven, dacht ik. Het is niet omdat ze het niet willen, dat het niet goed is.

Dat is nog altijd mijn devies. Wanneer ik schrijf, wanneer ik een mop vertel, wanneer ik kaantjessaus met karnemelk maak: het is niet omdat ze het niet willen, dat het niet goed is. Populaire brokken serveren is gemakkelijk en garandeert likes – de lege washandjes die je bestaan bevestigen. Maar wat als je het liever wat minder hapklaar hebt? Zijn die brokken dan automatisch van mindere kwaliteit en dus te vermijden? Ik durf het te betwijfelen. Kijk naar de literatuur. De teksten die mij tot in mijn tussenribspieren raken, zijn een ondefinieerbare mengeling van proza en poëzie. Flarden gevoel met een vleug filosofie, zo gebald en alledaags dat ze het leven omvatten. Verkoopt dat? Voor geen meter. Doet het mij meer dan de gemiddelde bestseller? Absoluut.

Het is niet omdat ze het niet willen, dat het niet goed is. Kijk naar muziek. Past je stijl niet in een van de standaard platenbakken – jazz, pop, rock, klassiek – dan word je amper opgepikt. ‘Te moeilijk te behappen’, beweren platenbonzen. ‘Mensen willen duidelijk en definieerbaar en hapklaar.’ Maar wat als je hoofd en je handen iets anders dicteren? Wat als er een tussenvorm in je vingers zit? Moeten we mensen geven wat ze willen, of is de kunst net om hen bij de ballen te grijpen en zo te knijpen dat het toverballen worden, veelkleurig en vol leven? De muzikanten van de Belgische avant-gardeband STUFF. hebben het begrepen. En al die fiere genderbenders ook. Soms zit de meerwaarde in de mix en niet in het kiezen van een gekend kamp.

Het is niet omdat ze het niet willen, dat het niet goed is. Ook al blijft je washandje vol goede bedoelingen onaangeroerd. Ook al kijken mensen zuur en lijkt niemand je te lusten. Schrijf die teksten, maak die muziek, heb lief op jouw manier. Blijf je hart in dat washandje proppen en deel het met de wereld. Ook al blijft de hele santenkraam terugkomen, nooit opgeven. Op een dag doet iemand de moeite om te proeven. Eén iemand is genoeg. Misschien spuwt die alles kokhalzend weer uit, zoals mijn dochter deed met mijn lievelingsdrop. Maar het kan ook goed gaan. De verwondering kan naar meer smaken. En dan willen ze je ineens allemaal. Dan wordt er om je gevochten tussen de stapelbedden. Maar blijf waakzaam. Het is niet omdat ze het willen, dat het goed is.

Column december 2020