Mode versus mensen

Vijftien jaar geleden droomde ik ervan om ooit voor een modeblad te schrijven. Het liefst een zo zwaar mogelijke titel, met stevig, glimmend papier en staaltjes die vasthangen met snot. In die tijd verslond ik zo goed als alle Nederlandstalige uitgaves tot de laatste smalle taille, en nu en dan trakteerde ik mezelf op een onbetaalbaar maar beestig vormgegeven buitenlands exemplaar. Die geur! Dat vingertoppengevoel! Voedsel voor mijn ziel! Ik mocht dan wel volop meedraaien in de reclamebusiness – en zag dus best wel genoeg strakke deadlines en omhooggevallen gedrag van dichtbij – toch werd ik net iets wilder van de wereld der gewichtige modebladen.

En toen kwam de dag dat ik in Jobat een vacature zag voor junior moderedactrice (‘Jobat’ en ‘Vacature’ samen in één zin gebruiken, kon je toen nog je job kosten). Ik nam mijn dikste witte blad, snoot mijn neus en schreef een brief. Niet veel later – post kwam toen nog terecht – mocht ik op gesprek op de redactie. Niet veel later – mensen hakten toen nog knopen door zonder vijfenzestig powerpointpresentaties – bleven er twee kandidaten over. Zij en ik. Een finale test zou uitmaken wie straks maandelijks flink wat airmiles zou verzamelen, wekelijks als een gek kon gaan shoppen en dagelijks op openingen van regionale boetieks mocht staan lachen. Dat laatste vooruitzicht gaf de doorslag. Ik heb bedankt voor de test, heb de job gelaten aan de andere kandidate en was opgeluchter dan al wie na de winter nog in een getailleerd kleed kan. Laat mij maar schrijven voor en over mensen, ik hoef er niet per se elke avond tussen te gaan staan.

Met de volgende tags: