‘Stopt allemaal ne kee mee zagen!’
Laat ons het kommaneuken even overslaan en zoeken naar de essentie van de zin. Dan weet u dat hij een punt heeft, de gast die dit gisteren op Facebook pleurde.
We zijn aan het zagen. Hard. Dat de stukken ervanaf vliegen. Zodat niemand er nog naast kan luisteren. Vooral virtueel natuurlijk, want in die wereld voelen we ons – o ironie – net iets sterker. Maar al dat zagen laat zijn sporen na in het leven zoals het is.
Niet dat we totaal geen reden tot klagen hebben – breek me de bek niet open – maar als we het aantal Belgen dat dwars door zijn tandvlees zit de komende jaren naar beneden willen halen, dan moeten we er vandaag nog mee stoppen.
Wij vrouwen hebben het niet gemakkelijk, ge moogt gerust zijn. We worden nagefloten op straat, zelfs als onze borsten geen zichtbare bochten maken onder het dons van onze winterjas. Opleiding, ervaring en meningen zijn voor ons nog altijd geen garantie op loon naar werken. Na het brullen in het kraambed zitten we met een krijsend kind en een hormonale crisis op schoot, terwijl we eigenlijk onze bekkenbodem- en andere uitgerekte spieren zouden moeten samentrekken. Zonder een duwtje in de rug van suiker, cafeïne, zuivel of gluten, uiteraard. En dan zijn er nog die werk- en menopauzes die roet in loopbaan en beddenlakens gooien.
Maar mannen dribbelen nu ook niet meteen Showbizz Bart-gewijs door de gangen van dit bestaan. Mogen ze nu eigenlijk nog janken of is dat alweer iets voor mietjes? Moeten ze ambitieus, rad van tong en gespierd zijn, of toch liever empathisch en vast lid van het oudercomité? Horen ze zo veel mogelijk tijd door te brengen met de kinderen, of moeten er vooral centen in de schone ladekast komen? En moeten die venten iets wezenlijks bijbrengen in het debat over de vakbonden en de bezuinigingspolitiek of moeten ze ons daar vooral niet te lang mee lastigvallen?
‘Stopt allemaal ne kee mee zagen!’ Hoe meer kansen en mogelijkheden, hoe meer we ons verliezen in details. En hoe meer details we op tafel gooien, hoe minder plaats er is voor een echt gesprek. Openheid helpt ons alleen verder als we stoppen met kommaneuken en zoeken naar de essentie.