Van de pot gerukt

Als mijn haar weer eens kort is, denken mensen dat ik een meisje ben dat van meisjes houdt. Daar heb ik zelf geen problemen mee. Hoe meer mannen en vrouwen pretlichtjes in mijn richting gooien of oprecht interesse tonen voor de mens achter het kapsel, hoe contenter ik ben en hoe schoner de wereld wordt.

Die veronderstelde geaardheid van mij mag dan misschien de blik in andermans ogen veranderen, het verandert niets aan mijn diploma, noch aan mijn eventuele kennis van automechanica. Dat ik mogelijk verkeerd parkeer, impliceert niet dat mijn bewijs van goed gedrag en zeden compleet van de pot gerukt is, of dat ik kinderen niets kan bijbrengen over tellers en noemers en breuken in de loop van hun leven.

Eigenheid is binnenkort een zeldzaamheid, alleen nog te bezichtigen in een bokaal op sterk water in de donkere kamer van een gesloten instelling. Kijken mag, aankomen niet. Alleen aansluiten telt, in stilte.

Als leraars moeten zwijgen over de homoliefde van hun leven, als ik als hetero alleen door mijn korte lesbokapsel voor gesloten deuren kom te staan, dan ziet het er niet goed uit. Dan doven alle pretlichtjes nog voor we de schoonheid van de mens hebben gezien. Dan is er geen ruimte voor binnenpretjes om uit te groeien tot buitenkansen. To be queer or not to be queer, that may be the question, but it’s not the answer.

Valerie Du Pré