Type: seut

In 2003 reed ik naar het Brugse Cactusfestival in een Jaguar S-Type. Ik had dat beest gewonnen met een wedstrijd op mijn werk. Een wedstrijd die ik niet wilde winnen, omdat men fluisterde dat het om ‘nen ottomatiek’ ging, en dat dat ‘vree raar voelt als ge dat niet gewoon zijt’, en ‘zeker als ge weet hoeveel dat ding wel nie kost’. Maar het was een wedstrijd waaraan ik mij moest wagen, omdat ik het mij als nieuwkomer in dat blitse reclamebureau niet kon permitteren om de seut uit te hangen.

En zo gebeurde het dat ik die vrijdagavond in juli door het centrum van Gent chauffeerde met een ronkende Jaguar, ‘den Jag’ voor de vrienden. Die vrienden pikte ik zoals afgesproken één voor één op voor een muzikale avond in het Minnewaterpark. Dat deed ik in mijn jeans, met mijn halfversleten botten en daarbovenop een kapsel dat niet accordeerde met de lengte van de wielbasis en de klasse van de zetelverwarming.

Sir William Lyons moet zich hebben omgedraaid in zijn graf, maar al de rest draaide zich openlijk om op straat. Oude mannen, blinkende vrouwen, maatpakken met spiegelbril … De hele as Gent-Brugge draaide, bukte of sprong om mij en den Jag te zien.

Welke bands er die avond op het podium van Cactus hadden gestaan, dat was ik vier uur en een volwaardige kras in het koetswerk later al vergeten. Soms hoor ik het gekraak nog in mijn hoofd. Ge moogt dat raar vinden, maar een seut kunt ge mij niet noemen.

Jaguar

Links: Sabine – Rechts: Valérie met jeans, botten en kapsel dat niet accordeert

Met de volgende tags: