Sharenting. Weer zo’n woord waar mijn maag van keert nog voor ze het in Terzake, Reyers laat, Telefacts, Koppen én Karrewiet hebben gebombardeerd tot de nieuwste psychiatrische stoornis. Sharing en parenting zijn twee schone dingen, maar voeg ze samen en gooi er een marketingtongval tegenaan en je krijgt een gedrocht. Een iets te vergezocht gedrocht dat ouders culpabiliseert omdat ze bij momenten zo blij zijn met hun nageslacht dat ze het van de feed van hun Facebook durven schreeuwen. Kinderen? Gevoelens? Geluk? Gij softie! Gij stoefer! Gevaarlijk! Get a life!
Ik denk dat die mensen al een leven hebben. Een leven gevuld met dezelfde zever en zaligheid als dat van u. Met files op de E40, collega’s om op te slaan, muziek om van te houden en beestige braadkip met appelmoes uit een bokaal. Ze worden gewoon af en toe zo week vanbinnen door het zot doen en het scheten laten van hun kroost, dat hij eruit moet, die dikke vette krop in hun keel. En dan gooien ze dus een foto van Seppe zijn kleine spinaziepureet op Facebook, omdat ze denken dat jij daar net zo gelukkig van wordt als zij. Een misvatting waar men ook de fans van Nickelback, de hoeders der biodynamische boodschappenlijstjes en de ‘I ran 10 miles with my smartphone up my ass’-types op kan betrappen. Missen is menselijk. Laat ons vooral menselijk blijven.
Kind met gemengde gevoelens over mijn moederschap