Wanneer we 40 jaar, 8 maanden en 2 weken zijn, stoppen we met ons jong te voelen. Dat blijkt uit een onderzoek van de Britse overheid. We worden wakker, kijken in de spiegel en hop, gedaan, niet meer jong. Niet dat we onszelf dan al oud noemen. Dat woord krijgen we pas over onze lippen als ze al een beetje hangen – op 59 jaar, 2 maanden en 2 weken om precies te zijn. Tussen groen achter de oren en zilverwit van haar zit dus gemiddeld 19 jaar. Een overgang om U (must be kiddin’!?) tegen te zeggen.
Ik voel de vapeurs al komen. Nog 2 jaar, 4 maanden en 2 weken om van jong ding te doen en het is gedaan. Dan moet ik op zoek naar een evenwicht tussen de twee uiteinden van mijn leven. Balanceren op een koord die strak begint maar die gaandeweg begint te hangen. Een vrouw uit één stuk blijven, ondanks het getouwtrek van tegengestelde krachten. Hoe zou dat voelen? Als vierendelen, maar dan door twee?
Nog 866 keer slapen en het is zover. Dan word ik wakker als midlife wife. Dan kijk ik in de spiegel, spot ik de lachrimpels die mij gisteren nog geinig stonden en stop ik met mezelf jong te voelen. Dan hang ik mijn fluogele oorbellen aan de haak en trek ik een ensemble in alle tinten beige aan. Ik vind het dan niet meer kunnen om hoofd-schouders-knie-en-teen te doen met mijn dochter, dus ik trek haar jurk recht en kam haar haren in een nette natte zijscheiding. Gedaan met spelen. Ordnung muss sein. Tot de onvermijdelijke crisis, met het geruite minirokje en de toyboy. Want de tijd tikt. Die 59 jaar, 2 maanden en 2 weken dreinen in je hoofd. Ze lichten op, ’s nachts in je dromen, als rode neonletters in een zwart gat. ‘The time is now nondedju’ pinken ze. Dus je doet snel nog wat foute dingen voor je het bingobord bovenhaalt. Wat moet je anders? Hangen is voor jongeren, liggen voor ouden van dagen. Je kan er dus maar beter staan. In je rokje, met je toyboy.
Ja tarara. Die Britten mogen zeggen wat ze willen, ik voelde mij vorige week al oud. Ontstoken sinusholtes, buik over de broeksrand, wallen waar ze in Amsterdam een ferme punt kunnen aan zuigen. En dat op 38 jaar, 3 maanden en 3 weken. Ik deed dus wat ouderlingen doen: ontstekingsremmers pakken, rust houden en minder frieten eten. En kijk, na vijf dagen voelde ik mij weer fris en fruitig, met propere holtes en een aanvaardbare buik.
U doet dus wat u wilt maar ik blijf de rest van mijn leven over en weer springen. Van ’t veld naar ’t veldbed en terug. Voor mij geen beige overgang met de occasionele gespierde uitspatting. Mezelf jong voelen bij ‘hoofd-schouders-knie’ en stokoud bij ‘teen’: ik blijf het doen, tot mijn 59 jaar, 2 maanden, 2 weken and beyond.