Het lieve leven en hoe het te lijden

Het lieve leven en hoe het te lijden. Hugo Camps kon er vorige week in Humo serieus over meespreken. Serieus herkenbaar ook:

“In essentie heeft het leven me geleerd dat je hoort te beseffen hoe weerloos je bent. Maar tegelijk heeft het me geleerd dat je je niet mag neerleggen bij die weerloosheid. Je kunt die sublimeren. Door je in iets te storten, een werk, je kunst, je sport. Het mag ook een passie zijn: stukjes schrijven, bijvoorbeeld.”

En nog:

“Dat stukje is mijn laatste houvast. Als ze mijn stukje afnemen, wordt het ’t gekkenhuis, vrees ik. Dan hoeft niks meer. Ik blijf schrijven, desnoods voor het parochieblad. En hier komt mijn les: taal is voor mijn soort mensen de toegang tot de wereld en tot onszelf. Zonder taal zijn we niks. Zonder taal hebben we zelfs geen toegang tot de liefde.”

Camps is een klasse apart maar ik begrijp wat hij bedoelt. Alleen jammer dat hij de jeugd met zijn taal geen perspectieven biedt:

“In dit lieve, fantastische kloteland heerst geen enkel gevoel van dankbaarheid voor zij die ons voor zijn gegaan en onze standaard van leven en denken hebben mogelijk gemaakt. Het hele kapitaal van kunst, van hoffelijkheid, van savoir-vivre wordt verloederd door reclamejongetjes, campagneleiders, dieetgoeroes en spelletjespresentatoren.”

En nog:

“Er zijn geen verhalen meer, zo simpel is het. Facebook is geen verhaal. Twitter nog veel minder. De traditie van het overleveren, van het doorgeven van kennis, van folklore, van miserie en geluk, bestaat niet meer. De verhalen die daar, op die zomeravonden, door mijn openstaande raam naar binnen dwarrelden, dat is een kapitaal waar ik mijn hele leven op heb geteerd. Het is voor mij een sleutel – een sleutel voor alles. En daarom, omdat ik die verhalen nog heb mogen horen, ben ik een geprivilegieerde. Anders had ik het allang opgegeven.”

Beste heer Camps, ik heb 30 jaar minder levenservaring maar ik herken die weerloosheid en ik wil mij daar net zo min bij neerleggen. Dus ik stort mij op mijn werk. Als ze mij mijn stukjes afnemen, blijf ik schrijven, desnoods in het gekkenhuis. Want zonder taal ben ik niks.

Verhalen zullen er altijd zijn. Men moet er enkel oor voor hebben. Er dwarrelt altijd wel iets van waarde door een openstaand raam naar binnen. Men moet er alleen oog voor hebben.

Facebook is geen realiteit. Twitter nog minder. Dat weten we, diep vanbinnen. Daarom zoeken we naar andere manieren om miserie, geluk en kennis te delen. We maken muziek en we restaureren kasten en we naaien kleedjes en we schrijven de ziel uit ons lijf en we vechten met elke vezel tegen de zure blikken. Onze generatie is misschien niet zo geprivilegieerd, maar wij hebben geen zin om het op te geven.

Met de volgende tags: