Ik ben gedoopt. Dat is een feit, geen prestatie. ‘Het was een fijne dag’ schreef ik jaren na datum in mijn album. Dat is geen feit maar een vermoeden want ik lag erbij en ik keek ernaar en verder dan 20 centimeter reikte mijn zicht toen nog niet. Maar alles wijst in die richting. Oké, het publiek kijkt ongeïnteresseerd, de gordijnen lijken doorrookt en de tl-lampen accentueren de stukjes vleugel op de vettige vliegenvanger. Maar aan mijn benen bengelen sokken met ballen en daar draait het om. Die breisels zijn averechtse tekens van leven in een verroest kader. Zotte accenten in een zielige traditie – niet in de naam van de vader maar dankzij de goede smaak van mijn moeder. Dat is liefde, geen religie.